Wat is asbest

Wat is asbest

Asbest is een mineraal dat in de natuur voorkomt. Het bestaat uit microscopisch kleine vezeltjes. Omdat asbest brandwerend en isolerend is, was het vanaf de tweede wereldoorlog tot eind jaren ‘90 erg populair. Het werd in meer dan 3 500 bouwmaterialen verwerkt. Van dakbedekking over bloembakken tot keukenkasten. 

Sinds 2001 is er een verbod op het produceren, gebruiken en op de markt brengen van alle toepassingen van asbest. Maar in heel wat woningen van vóór die tijd zitten vaak nog materialen met asbest verwerkt. 

 

Asbest kunnen onderverdelen in twee groepen, namelijk de serpentijnen en de amfibolen.

  •  Serpentijnen: Chrysotiel is van vorm een gekrulde asbest vezel beter bekend als witte asbest
  •  Amfibolen: Amosiet (bruine asbest) en Crocidoliet (blauwe asbest) deze asbest soorten zijn de gevaarlijkste, daar deze asbest vezels naaldvormig van vorm zijn en zich dus makkelijker in het longvlies kunnen vastzetten.

Vaak werden verschillende asbest soorten bij elkaar gevoegd om de eigenschappen te verbeteren, het kan dus perfect zijn dat de asbest golfplaten op uw bijgebouw een samenstelling hebben van Chrysotiel en Amosiet of Crocidoliet.

 

Het is niet met het blote oog te onderscheiden welke asbestsoort er toegepast is.

Dit kan alleen na staalname en laboanalyse!! 

Er is een belangrijk verschil in de verschillende asbesttoepassingen. Deze kunnen hechtgebonden, semi-hechtgebonden of losgebonden zijn.

 

Hechtgebonden asbest: 

Noemen we de asbestmaterialen waarin de vezels stevig in een dragermateriaal verankerd zitten. Als het materiaal in goede staat verkeert, en niet wordt bewerkt of gesloopt, komen er nauwelijks vezels vrij. Een goed voorbeeld  van hechtgebonden asbest vormen asbestcement golfplaten en vlakke platen die in goede staat verkeren.

 

Semi-hechtgebonden asbest:

Dit zijn de asbestmaterialen die van oorsprong onder de categorie "hechtgebonden" vallen maar door beschadiging of verweringen makkelijk asbestvezels kunnen loslaten. Bijvoorbeeld beschadigde/verweerde asbestcement golfplaten.  

 

Losgebonden asbest:

zijn de asbesthoudende materialen waarin de vezels niet of nauwelijks aan een dragermateriaal zijn gebonden, zoals spuitasbest, niet-hechtgebonden brandwerend board, asbesthoudend gips rond isolatie verwarmingsbuizen, etc.

 

Spuitasbest: 

Spuitasbest is zeer losgebonden asbesthoudend materiaal, dat voor 1978 regelmatig is gebruikt als isolatiemateriaal en als brandwerende laag op staalconstructies, meestal in grote gebouwen.

 

Risico's bij asbest

In het verleden zijn asbesthoudende materialen veel gebruikt, bijvoorbeeld in gebouwen en woningen. Later werd algemeen bekend dat asbest grote risico's voor de gezondheid met zich mee kan brengen. 

Asbest is  gevaarlijk wanneer losse vezels worden ingeademd. Vooral de mate van blootstelling bepaalt het risico op bepaalde aandoeningen. De met het blote oog onzichtbare asbestvezeltje kunnen, wanneer ze worden ingeademd, diep in de longen doordringen. Op termijn kan dit bepaalde vormen van kanker veroorzaken.

 

Waar schuilt het gevaar bij asbest?

Meestal zitten er jaren tussen het inademen van asbestvezels en het moment van ziek worden. Het gevaar van asbest schuilt dus in het inademen van de vezels: asbestvezels in water en voedsel leveren, voor zover nu  bekend, geen gevaar op voor de gezondheid. In de gewone buitenlucht bevinden zich zo weinig vezels dat het gezondheidsrisico daarvan zeer klein is. Ook wanneer de asbestvezels zijn gebonden aan stevige materialen kunnen ze niet worden ingeademd en zijn de risico’s eveneens zeer klein. Anders wordt het als asbestvezels wél uit een materiaal kunnen vrijkomen, denk hierbij aan het onvoorzichtig verwijderen, breken, zuiver spuiten, schuren, etc. van asbest houdende materialen. Maar het moet niet altijd door toedoen van de mens zijn dat er asbest vrij kan komen. Bijvoorbeeld het verweren van asbest golfplaten die jaren in weer en wind liggen is ook een oorzaak waarbij asbestvezels kunnen vrijkomen, deze asbestvezels kunnen op hun beurt weer ingeademd worden.